In opdracht van de convenantspartijen heeft Profundo in 2018 onderzoek gedaan in hoeverre de OESO-richtlijnen, de ILO conventies en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights zijn opgenomen in de internationale en een aantal nationale bos- en CoC-standaarden van twee huidige certificeringsinitiatieven (FSC en PEFC).
Op basis van het rapport kan gezegd worden dat keurmerken een belangrijke manier zijn om IMVO risico’s in de houtketen te mitigeren.
Daarnaast zijn de belangrijkste bevindingen van het rapport:
• Risico’s gerelateerd aan mensenrechten in het bos worden goed geadresseerd door FSC en PEFC. Ook arbeidsrechten en milieu worden goed geadresseerd door de FSC en PEFC bosstandaarden, hoewel er op sommige punten nog wel verbetering mogelijk is ten opzichte van de OESO-richtlijnen, de ILO conventies en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
• De Chain of Custody certificering, opgezet als track and trace systeem om duurzame stromen van niet-duurzame stromen te scheiden in de keten vanaf het bos, bevat het minst aandacht op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden en milieu.
• IMVO risico’s zijn zowel afhankelijk van het productieland als de zakenpartners.
Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek zijn de convenantspartners met elkaar in gesprek over het vervolg. Naar aanleiding van één van de aanbevelingen hebben de convenantspartijen in mei 2019 een workshop georganiseerd. Tijdens deze workshop is gezamenlijk verkend hoe bedrijven invulling kunnen geven aan het due diligence proces, conform de OESO-richtlijnen, en is verkend welke rol keurmerken daarbij kunnen spelen. Dit zal leiden tot een praktische handreiking met concrete handelingsperspectieven voor individuele bedrijven in de gehele sector. Alle stappen uit de due-diligence cyclus komen hierin aan bod: het opstellen van beleid, identificatie, mitigatie en voorkomen van IMVO risico’s, transparantie over beleid en resultaten en het opstellen van een mechanisme voor toegang tot herstel.
Andere aanbevelingen uit het rapport zijn deels al in gang gezet vanwege het verschil tussen publicatiedatum (zomer 2019) en datum van analyse (voorjaar 2018). Bijvoorbeeld, PEFC heeft de nieuwe Internationale Bossenstandaard gepubliceerd in november 2018. In deze standaard zijn meer criteria opgenomen op het gebied van sociale zaken (o.a. arbeidsrechten en landrechten) in vergelijking met de oude standaard, zoals in het rapport ook aanbevolen is. Dit betekent dat de nationale standaarden deze strengere eisen ook zullen moeten doorvoeren. Ook bij FSC zijn er sinds begin 2018 ontwikkelingen geweest die de uitkomsten van het onderzoek zouden hebben beïnvloed. Zo is het voor nationale standaarden verplicht om de indicatoren m.b.t. de ILO conventies over te nemen en wordt er ook voor de CoC gewerkt aan het verbeteren van de rechten van werknemers in de standaard. Inmiddels is ook een permanent comité van inheemse volkeren geformaliseerd dat zorg draagt voor goede vertegenwoordig van hun rechten binnen het FSC systeem.
Het volledige rapport kunt u hier downloaden.